Lago Maggiore klinkt als een zomerdroom op slippers. Het is zo’n plek waar je naartoe gaat met het idee om even lekker niets te doen. Toch is er altijd van alles te beleven. Gelegen op de grens van Italië en Zwitserland, is het meer niet alleen groot qua oppervlakte, maar ook qua beleving. Rust, reuring, bergen, boottochtjes, palmbomen… en allerlei entertainment!
Postkaartmateriaal
Eerst even het meer. Lago Maggiore is geen klein watertje. Het is het op een na grootste meer van Italië. Het heeft glashelder water en is omringd door bergen die in de zomer net niet smelten van de zon. Aan de noordkant schuift het Zwitserse Locarno aan, aan de zuidkant vind je Italiaanse pareltjes als Stresa, Verbania en Baveno. Alles ademt dolce vita, maar dan net wat koeler dankzij de bergbries.
In de zomer is het water heerlijk zwemwaardig. Er zijn strandjes, steigers en verborgen baaien waar je met een picknickmandje zomaar je hele middag verliest. Je kunt suppen, zeilen, kajakken of gewoon ronddobberen op een opblaasflamingo.
Eilandhoppen met flair
Eén van de leukste dingen om te doen rond Lago Maggiore is eilandhoppen. Niet met het vliegtuig, maar gewoon met de boot. De Borromeïsche eilanden liggen als sieraden in het water. Isola Bella is de bekendste. Het heeft een paleis dat zo uit een historische Netflix-serie lijkt te komen. Compleet met exotische tuinen en zwierende pauwen. Isola dei Pescatori is wat meer basic, maar juist daardoor charmant. Hier vind je een overvloed aan vissers, wijn en smalle sfeervolle steegjes.
Vaar je met zo’n schattig wit bootje van eiland naar eiland? Dan vergeet je echt even dat de rest van de wereld bestaat.
Markten, muziek en midzomernachten
Zomers bruist het rondom het meer van leven. Elke stad of dorpje heeft zijn eigen markt, vaak zelfs wekelijks, waar je de lekkerste kazen, olijfolie, lokale worst, mandflessen wijn en vintage prullaria scoort. Gooi daar een muziekevenement of foodfestival bij en je hebt het ultieme vakantiegevoel te pakken.
In Verbania bijvoorbeeld, heb je in juli vaak gratis openluchtconcerten aan het water. En in Locarno is er het Moon&Stars Festival. Dit is een soort mini-Zwitserse versie van Glastonbury maar dan op een piazza met uitzicht op de bergen. Er is niets zo magisch als dansen in de avondwarmte terwijl de lucht langzaam roze kleurt.
Wandelen met uitzichtbonus
Niet iedereen hoeft als een strandhanddoek de hele dag stil te liggen. Voor de actievelingen is Lago Maggiore een droomplek. Er zijn wandelroutes voor elk type mens. Voor mensen die vooral van de natuur en het uitzicht willen genieten tot de mensen die urenlang door de omgeving willen trekken.
Een absolute aanraders zijn de wandelroutes in Mottarone. Op een mooie dag met helder weer zie je vanaf daar meerdere meren liggen. Het uitzicht is zó mooi dat je alleen hiervoor wel ieder jaar wilt terugkomen.
Voer voor de thrillseekers
En dan, als de zon onder is, is er Casino Locarno. Een prachtig casino in het midden van Locarno. Aan de Zwitserse kant dus, op nog geen half uurtje rijden van de meeste Noord-Italiaanse stadjes aan het meer.
Het is geopend tot 03:00 uur ’s nachts. Je kunt er terecht voor klassiekers als roulette, blackjack en poker, maar ook voor moderne gokautomaten en gezellige barretjes. En het leuke is, het is laagdrempelig. Je hoeft niet in pak of galajurk te verschijnen. Een nette zomerse outfit volstaat.
Casino Locarno voelt anders dan de flashy casino’s die je misschien kent uit Las Vegas films of Monte Carlo video’s. Hier zul je geen Elvis imitator of neon lichten tegenkomen. Het is elegant, maar relaxed. Typisch Zwitsers eigenlijk. En mocht je meer willen weten over hoe het zit met een buitenlandse casino, en wat je daar wel of niet kunt verwachten? Dan kun je online genoeg informatie en tips vinden. Handig als je graag goed voorbereid meedoet aan een van de vele spannende spellen die het casino voor je klaar heeft staan.
Dagtrips zonder gehaast
Nog een pluspunt aan de regio is dat alles op een prettige afstand van elkaar ligt. Je kunt makkelijk met een huurauto of trein uitstapjes maken naar steden als Lugano, Milaan of zelfs Turijn. Maar eerlijk? Je hoeft het niet te doen. Alles wat je nodig hebt, zit al in dat ene dal. Een beetje Italië, een beetje Zwitserland, en heel veel zomer. Meer heb je eigenlijk ook niet nodig.
Struin je een ochtendmarkt af in Cannobio? Ontspan je een middagje aan de oevers bij Ascona, of beklim je een berg met uitzicht op drie landen tegelijk? Of waag je in de avond een gokje onder de Zwitserse sterrenhemel? Lago Maggiore heeft het allemaal.
Misschien is dat wel het geheim. Het is een plek waar je steeds minder hoeft te doen van jezelf. Er gewoon ‘zijn’ is al genoeg.
